Ik krijg heel veel vragen over de alimentatie die ouders moeten betalen voor hun kind(eren). Ook op sociale media worden er dagelijks vragen gesteld. Helaas lees je daar heel vaak foute antwoorden en leven er nog heel veel misverstanden. In dit blogartikel bekijken we de belangrijkste.
1. Alimentatie wordt automatisch toegekend na een scheiding
Kinderalimentatie komt niet zomaar uit de lucht vallen. Net als het regelen van het verblijf van de kinderen, is het iets waarover jullie een overeenkomst zullen moeten vinden. Als ouders er niet in slagen tot overeenstemming te komen, kan de rechtbank de hoogte van de kinderalimentatie bepalen op basis van verschillende factoren.
2. Het bedrag is simpel te bepalen
“Hoeveel krijg je voor een kind van x jaar?”
“Op hoeveel alimentatie heb ik recht?”
Op deze vragen kan niemand een zinnig antwoord geven. Het enige wat je krijgt als je dit soort vragen stelt zijn bedragen die in een bepaalde situatie worden betaald. De genoemde bedragen variëren dan zowat tussen 20 en 600 euro, dus daarmee ben je niets wijzer.
Hoe wordt het bedrag dan wel bepaald? Belangrijk om te weten is dat er in België geen formule bestaat waar je enkele parameters invult en klaar. Er bestaan wel rekentools, die van de Gezinsbond, van Pareto en methode Hobin zijn de bekendste, maar die rekenen elk op een iets andere manier, elk met zijn voor- en nadelen. De uitkomst kan dus heel verschillend zijn, ook al vertrek je van dezelfde gegevens. Het is dan ook enkel maar een richtgetal waarmee je nog steeds alle kanten op kan.
De wet bepaalt dus geen formule, ze zegt dat rekening moet gehouden worden met een aantal factoren:
- De aard en het bedrag van de middelen van elk van de ouders: alle inkomsten van beide ouders worden naast elkaar gelegd en de verhouding van wat elk van hen heeft als inkomsten wordt bepaald in verhouding met de totale beschikbare inkomsten van beiden samen.
- De gewone kosten waaruit het budget voor het kind is samengesteld alsook de manier waarop deze begroot zijn. Met andere woorden: wat kost een kind. Het is vooral hier dat de rekenmodules een grote hulp zijn, want zij hebben gemiddelde bedragen bepaald van wat een kind op elke leeftijd kost. Je kan dit natuurlijk ook zelf bepalen, maar dan heb je een goed zicht nodig over alle kosten die je maakt voor je kind.
- De aard van de buitengewone kosten die in acht genomen kunnen worden, het deel van deze kosten dat elk van de ouders voor zijn rekening dient te nemen alsook de modaliteiten voor de aanwending van deze kosten. De buitengewone kosten vallen niet onder de alimentatie. Dit zijn de kosten waarvan je niet kan voorzien of ze zich zullen voordoen en hoeveel ze dan zullen bedragen. Hier lees je meer over de buitengewone kosten. De verhouding waarin ouders bijdragen in die buitengewone kosten kan 50-50 zijn, maar evengoed een ander percentage.
- De verblijfsregeling van het kind en de bijdrage in natura van elk van de ouders in het levensonderhoud van het kind tengevolge van deze verblijfsregeling. Alimentatie dekt onder andere het verschil wanneer de ene ouder meer bijdraagt aan gewone verblijfsgebonden kosten wanneer het kind meer bij de ene dan bij de andere ouder verblijft.
- Het bedrag van de kinderbijslag en van de sociale en fiscale voordelen van alle aard die elk van de ouders voor het kind ontvangt. Wie krijgt de kinderbijslag en hoe is alles fiscaal geregeld. Vaak wordt onderschat dat ook dit een invloed heeft op de hoogte van de alimentatie.
- De inkomsten die elk van de ouders in voorkomend geval ontvangt uit het genot van de goederen van het kind.
- De bijzondere omstandigheden van de zaak die in acht genomen zijn.
In elk vonnis moet een rechter vermelden op welke manier hij rekening heeft gehouden met al deze factoren. Ook in elke overeenkomst over alimentatie (EOT, ouderschapsplan,…) moet aangetoond worden hoe je met al deze punten bent omgegaan.
3. Vaders betalen en moeders krijgen alimentatie
Nu je weet dat er rekening gehouden wordt met het inkomen van beide ouders en de verhouding in het totale inkomen, weet je ook dat dit niet klopt. Als moeder meer verdient dan vader en/of de kinderen zijn meer bij vader, dan kan het perfect dat moeder alimentatie zal betalen aan vader.
4. Bij verblijfsco-ouderschap is er nooit alimentatie
Ook deze vaak gehoorde uitspraak klopt niet. De verblijfsregeling is immers maar één van de factoren die het bedrag van de alimentatie bepaalt. Ook al is het verblijf perfect gelijkmatig verdeeld, toch kan het dat er alimentatie betaald wordt wanneer de financiële draagkracht van de ouders bijvoorbeeld sterk verschilt.
Hierbij hoor ik dan vaak het argument: “ja maar, dat is toch niet eerlijk! Als het kind evenveel bij elke ouder woont, is het toch maar eerlijk dat ze beiden ook evenveel betalen?” De idee van gelijkheid in financiële bijdragen kan rechtvaardig lijken, maar het houdt geen rekening met enkele belangrijke aspecten die een rol spelen bij het vaststellen van kinderalimentatie, zelfs bij een gelijk gedeeld verblijf. Naast de financiële draagkracht gaat het ook over de bijkomende, de buitengewone, kosten. Daarnaast wordt ook gekeken naar de standaard van levensonderhoud. Het uitgangpunt is dat de levensstandaard van het kind zoveel mogelijk moet behouden blijven zoals voordat de ouders uit elkaar gingen. Als het verschil hier groot is tussen de ouders, kan ook dit een invloed hebben op het al dan niet betalen van alimentatie en het bedrag ervan. Exact evenveel betalen is dan ook niet altijd synoniem aan wat op het eerste zicht het meest rechtvaardig aanvoelt.
5. Onderhoudsgeld kan niet worden gewijzigd
Net als bij alle andere afspraken, kunnen jullie op elk moment onderling nieuwe afspraken maken. Lukt dat niet, dan kan je het probleem voorleggen aan de rechter. Die rechter zal in de eerste plaats kijken naar welke omstandigheden er gewijzigd zijn, maar het is niet zo dat elke verandering automatisch tot een herziening van de alimentatie zal leiden.
Mogelijke veranderingen kunnen zijn:
- Verandering in inkomen: een van de ouders ervaart een aanzienlijke verandering in inkomen, positief of negatief. Bijvoorbeeld, als de ouder die alimentatie betaalt, zijn/haar werk verliest of als de ontvangende ouder een hoger inkomen krijgt door van parttime voltijds te werken.
- Ongewilde werkloosheid, ernstige gezondheidsproblemen, een ongeval waardoor er permanent minder inkomsten zullen zijn.
- Verandering in gezinssituatie: nieuwe partners, extra kinderen. Ook al heeft het inkomen van nieuwe partners op zich geen invloed, toch bepaalt het mee de gezinslasten van een ouder en kan er op die manier rekening mee gehouden worden.
- Verandering van de verblijfsregeling.
- Studiekosten: naarmate het kind ouder wordt en bijvoorbeeld naar hoger onderwijs gaat, kunnen de studiekosten stijgen.
6. Indexatie is een vast percentage
Alles wordt ieder jaar een beetje duurder. Ook alimentatie zal ieder jaar mogen aangepast worden aan deze stijgende levensduurte. Zelfs al heb je een overeenkomst of vonnis waar het niet uitdrukkelijk in vermeld wordt, toch mag je ieder jaar de indexatie vragen. Sterker nog: eigenlijk moet de betaler ieder jaar de verhoging spontaan toepassen.
De berekening gebeurt met een simpele formule: basisbedrag x nieuwe index : aanvangsindex
Het basisbedrag is het bedrag dat je overeenkwam of dat in het vonnis staat.
De aanvangsindex is de index van de eerste maand waarin alimentatie betaald werd.
De nieuwe index is elk jaar de index van diezelfde maand maar dan van het huidige jaar.
De indexcijfers vind je onder andere hier.
Het is dus niet zo dat er ieder jaar standaard in januari geïndexeerd wordt aan een vast percentage. Je krijgt of betaalt de indexverhoging ieder jaar vanaf dezelfde maand als wanneer er werd begonnen met betalen en de verhoging verschilt van maand tot maand.
7. Ik ontvang onderhoudsgeld en moet daar belasting op betalen
De betaler kan de alimentatie aftrekken van zijn belastingen. Je vult het volledig betaalde bedrag in, de belastingdienst zal daarvan 80% berekenen en dit aftrekken van het totale inkomen waarop je belasting berekend wordt. Via deze link lees je meer over de voorwaarden en de codes.
Dit betekent echter niet dat de ouder die alimentatie ontvangt voor de kinderen hier ook op belast wordt. Deze alimentatie wordt immers beschouwd als een inkomen van het kind en niet van de ouder. Je hoeft dit dan ook zeker niet in te vullen op je eigen belastingaangifte.
Het onderhoudsgeld moet wel aangegeven worden in de eigen aangifte van het kind, ongeacht diens leeftijd. Als je geen aangifteformulier ontvangen hebt op naam van je kind én het jaarlijks bedrag van de inkomsten overschrijdt het belastbare minimum, dan moet je er zelf een aanvragen bij je belastingkantoor of de aangifte invullen via Tax-on-web.
8. Kinderalimentatie is enkel voor getrouwde ouders
Bij een scheiding na een huwelijk wordt de alimentatie formeel vastgelegd, ofwel in een EOT-overeenkomst, ofwel in een vonnis.
Maar ook ouders die niet gehuwd waren, hebben plichten als ouder. Eén van die plichten is bijdragen in de kosten voor de huisvesting, het levensonderhoud, de gezondheid, het toezicht, de opvoeding, de opleiding en de ontplooiing van hun kinderen. Een document is geen verplichting na het uit elkaar gaan wanneer je samenwoonde, het is wel aan te raden om gemaakte afspraken op papier te zetten om latere discussies te vermijden.
9. De verplichting om te betalen stopt als het kind meerderjarig is
De onderhoudsverplichting stopt op het ogenblik dat het kind over een eigen inkomen beschikt. Dit kan een inkomen uit arbeid of een vervangingsinkomen zijn. Als het kind verder studeert na de 18de verjaardag stopt de verplichting tot betalen dan ook niet op dat ogenblik, maar pas wanneer hij of zij een diploma heeft dat toegang geeft tot de arbeidsmarkt.