Vaderdag, een dag van cadeautjes of extra aandacht voor papa. Een feest! Er even bij stil staan dat het niet voor iedereen een feest is, kan geen kwaad.
Zelfs al hecht je zoals wij geen enkel belang aan dit soort dagen, je lijkt er niet onderuit te komen. Wat doet de aanloop van zo’n dag met kinderen die geen papa meer hebben? Wat doet het met een puber om in iedere reclame “vader” tegen te komen? Wat doet het met een kleuter om iets te knutselen voor iemand die er niet meer is?
Als je mijn zoon (12) zou vragen om één reden te noemen waarom hij blij is dat hij volgend jaar naar het middelbaar gaat, dan zou hij best wel eens kunnen antwoorden dat hij dan niet meer hoeft te knutselen voor vaderdag. Enkele jaren geleden was dat een verschrikking voor hem. Hij liet zijn cadeautje eens drie weken op zijn kamer liggen, niet wetende wat hij er moest mee doen. In het papahoekje zetten wou hij niet, het aan zijn stiefvader of opa geven evenmin. Na drie weken stond het ineens ergens onopvallend op een kast. Nu is hij erg gelaten. “Ik heb het nu toch gemaakt, ik zal het dan maar aan G. geven zeker.” Mijn antwoord was dat hij er mag mee doen wat hij wil, zelfs het in de vuilbak gooien. Zijn worsteling, zijn keuze.
Onze dochter (9) ging er tot nu toe veel relaxter mee om. Zij heeft immers geen herinneringen aan haar papa en vond het altijd vanzelfsprekend om degene die in huis de mannenrol opneemt, te vereren met haar knutselwerkje. Tot vorige week. Toen stond er in haar schoolagenda “t-shirt papa meebrengen”. Voor mij als mama was dat even slikken, maar ook weer meteen gerelativeerd. Ach ja, die agenda’s worden allemaal samen ingevuld, snel even overgeschreven van het bord. Maandag kwam ze met de mededeling dat ze zich de hele namiddag verveeld had in de klas. Iedereen had gewerkt aan het beschilderen van de t-shirt en zij had niets mogen doen. Ze had – uiteraard – geen t-shirt van papa bij…
7, 6 of 5 jaar geleden zou zo’n voorval ons helemaal van de kaart hebben gebracht. Een extra pijnlijke confrontatie terwijl het ook helemaal anders kan. Gelukkig zijn ook de goede voorbeelden talrijk. Mijn gedachten gaan dus vandaag en morgen in de eerste plaats naar lotgenoten die hun partner veel recenter verloren, voor wie de wonden nog zoveel pijnlijker zijn en zoveel gemakkelijker nog dieper te maken zijn. Mij persoonlijk sterkt het nu vooral in de overtuiging dat wat ik probeer te doen via Odos, nuttig en nog steeds broodnodig is. Sensibiliseren dat een gezin na een overlijden, of ook na een scheiding, nooit meer hetzelfde gezin zal zijn. Dat het nieuwe niet noodzakelijk negatief hoeft te zijn of te blijven, maar wel aandacht vraagt. Dat een rouwproces geen eindpunt heeft, maar een golfbeweging is.
Dit is voor alle duidelijkheid geen verwijt naar de betrokken leerkracht die zichzelf zou kunnen herkennen in het verhaal. Het is hopelijk wel een eyeopener voor alle leerkrachten en voor iedereen die met onze kinderen omgaat, om bij zo’n gelegenheden toch heel even stil te staan bij wat dit doet met een kind. Maak het bespreekbaar, dat is nooit verkeerd. Behandel hen niet anders omwille van hun rouwproces, ze vragen geen privileges, maar maak hun rugzak niet nog zwaarder dan hij al is. Door attent te zijn voor hoe zij het ervaren – en dat kan natuurlijk voor elk kind anders zijn – help je hen die rugzak te dragen en leer je hen iets dat ze zich heel zeker later zullen herinneren en dat zoveel waardevoller is dan de dagelijkse leerstof.