Heb je minstens twee kinderen die bij jou gedomicilieerd zijn en waarvoor je kinderbijslag krijgt, dan heb je in Vlaanderen recht op een vermindering van de onroerende voorheffing. Zelfs bij een gelijkmatig gedeeld verblijf kon tot nu toe in Vlaanderen slechts één ouder van deze vermindering genieten, de ouder bij wie de kinderen gedomicilieerd waren op 1 januari van het aanslagjaar. De andere ouder had geen recht op een vermindering, zelfs niet gedeeltelijk. Je kan over een onderlinge verrekening uiteraard wel afspraken maken in je EOT.
Bovenstaande klinkt heel oneerlijk, de kinderen wonen immers evenveel in beide huizen. Daarom wordt deze regeling vanaf 1 januari 2023 aangepast.
Basisbedrag per kind
De huidige vermindering liep progressief op per kind. Dit maakte het onduidelijk om exact te berekenen hoeveel precies de vermindering was per kind. Daarom wordt de keuze nu gemaakt voor een forfaitair Vlaams basisbedrag per kind. Dit bedrag is 8 euro, maar door de opcentiemen van gemeente en provincie gaat het in de praktijk om een hoger bedrag. Het is dit – verhoogde – bedrag dat in mindering zal worden gebracht op het aanslagbiljet. Net als voorheen telt een kind met een handicap voor twee. Vanaf januari 2024 zal dit bedrag jaarlijks geïndexeerd worden.
De verdeling
Co-ouders kunnen vanaf nu vragen om een verdeling toe te passen. Die verdeling zal niet standaard de helft voor iedere ouder bedragen, maar proportioneel naargelang de periode dat de kinderen bij elke ouder wonen.
Concreet kijkt men eerst of het kind of de kinderen het recht op de vermindering openen. Is dat het geval, dan kan de vermindering per kind opgesplitst worden.
Bijvoorbeeld: een moeder met haar twee kinderen die recht hebben op kinderbijslag is gedomicilieerd in een woning gelegen in het Vlaamse Gewest, in gemeente A. Volgens een vonnis wordt de huisvesting gelijk (50%) verdeeld tussen de vader en de moeder. De vader, die eveneens gedomicilieerd is in het Vlaamse Gewest, in gemeente B, heeft deze kinderen dus ook 50% van de tijd in zijn woning. Het bedrag van de vermindering, dat voor 2 kinderen samen 16 euro bedraagt (zonder opcentiemen en zonder indexatie), zal proportioneel kunnen verdeeld worden tussen de beide ouders. Hierdoor zal elk van hen een vermindering van 8 euro, te vermeerderen met de opcentiemen van de lokale besturen waar de respectievelijke woningen zijn gelegen, toegekend krijgen op het aanslagbiljet van hun woningen.
Aanvraag
De opsplitsing van deze vermindering moet eenmalig aangevraagd worden door één van beide ouders. Deze aanvraag dient uiterlijk op 31 maart van het aanslagjaar ingediend te worden bij de Vlaamse belastingdienst.
Bij de aanvraag moet aangetoond worden dat het kind gedeeltelijk gehuisvest wordt bij elk van zijn niet samenlevende ouders. Dit kan bewezen worden door een rechterlijke uitspraak (vonnis van de familierechtbank) of door een overeenkomst die door een rechter werd gehomologeerd (een EOT-overeenkomst of ouderschapsplan). Een overeenkomst die tot stand kwam in het kader van een vrijwillige bemiddeling door een erkend bemiddelaar mag ook.
In de overeenkomst of de beslissing moet duidelijk vermeld worden dat het kind gedeeltelijk zal wonen bij elk van beide ouders en moet de verblijfsregeling opgenomen worden. Op basis van deze verdeelsleutel zal de belastingdienst de proportionele verminderingen berekenen en opsplitsen tussen de beide co-ouders.
De verdeling gebeurt voor het eerst vanaf het jaar nadat de overeenkomst werd getekend of het vonnis werd uitgesproken.
Wat als er geen akkoord is tussen de ouders?
Als er geen akkoord is tussen de co-ouders over de opsplitsing van de vermindering of als er geen bewijsstuk kan voorgelegd worden, wordt de opsplitsing niet toegepast. De vermindering zal in dit geval toegepast worden volgens de algemene regel, namelijk enkel op het aanslagbiljet van de onroerende voorheffing van het onroerende goed waar de kinderen hun domicilie hebben.
Ouders die feitelijk samenwoonden en de opsplitsing willen, hebben er dus alle belang bij hun afspraken op papier te zetten.
Wat als een van de ouders niet in Vlaanderen woont?
Dan zal de proportionele verdeling aan die ouder niet kunnen toegekend worden. Een feitelijke verblijfplaats is niet voldoende, enkel de inschrijving in het bevolkingsregister telt.
Wat als je een woning huurt?
Een co-ouder die zijn domicilie heeft in een gehuurde woning in het Vlaamse Gewest kan eveneens de proportionele vermindering aanvragen. De vermindering zal toegekend worden op het aanslagbiljet van de eigenaar/verhuurder van de woning. De administratie zal de hurende ouder verwittigen dat er een proportionele vermindering werd toegekend en zal het bedrag van de vermindering meedelen. Die vermindering is van de huur aftrekbaar.