Wanneer je erft, moet je op de waarde van wat je erft belasting betalen. In het Vlaamse Gewest spreekt men officieel van erfbelasting. In het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest en het Waalse Gewest wordt die belasting successierechten genoemd.

 

Waarop moet je successierechten of erfbelasting betalen?

Kortweg: alle nagelaten goederen die de overledene wereldwijd bezat, moeten worden aangegeven. 
De waarde van die goederen mag verminderd worden met de begrafeniskosten en de eventuele schulden. Je kan ervoor de schulden aantonen of je kan kiezen voor de forfaits. 

Het gaat dus om alle goederen die de overledene effectief in zijn bezit had op de datum van zijn overlijden. Daarnaast kan het zijn dat er bepaalde goederen fictief bij de nalatenschap gevoegd worden, zodat ook daar belasting op betaald moet worden. 

  • Ongelijke verdeling van de huwelijksgemeenschap: als je als langstlevende echtgenoot door een clausule in het huwelijkscontract meer dan de helft van het gemeenschappelijk vermogen krijgt, betaal je successierechten op het deel boven de helft.
  • Schenkingen minder dan 3 jaar voor het overlijden: als een schenking van roerende goederen niet geregistreerd is, betaal je er geen schenkingsrechten op. Maar als die schenking gebeurde minder dan 3 jaar voor het overlijden, wordt ze opnieuw aan de nalatenschap toegevoegd. Dat betekent dus dat dit niet het geval is als de schenking gebeurde met een notariële akte.
  • Bedingen ten behoeve van een derde: als de overledene een levensverzekering heeft afgesloten met jou als begunstigde, betaal je daarop meestal successierechten. 

 

Hoeveel bedragen de successierechten?

Tarieven voor het Vlaamse Gewest en voor overlijdens na 1 september 2018

Voor partners en in rechte lijn (kinderen, kleinkinderen, ouders, grootouders)
3% op de eerste schijf van 50.000 euro
9% op de schijf van 50.000 euro tot 250.000 euro
27% op alles boven 250.000 euro

“Partners” zijn in dit geval:

  • echtgenoten
  • wettelijk samenwonenden
  • feitelijk samenwonenden die minstens 1 jaar onafgebroken samenwoonden en een gemeenschappelijke huishouding voerden
  • ex-partners als ze gemeenschappelijke kinderen hebben.

De berekening gebeurt

  • Voor elke erfgenaam afzonderlijk op zijn of haar erfdeel.
  • Afzonderlijk voor de roerende en voor de onroerende goederen. Hierdoor geniet je dus mogelijk tweemaal van het laagste tarief.

Vrijstellingen voor de huwelijkspartner of de wettelijk samenwonende partner

  • Op jouw deel op de gezinswoning betaal je geen successierechten.
    Voor partners die feitelijk samenwoonden geldt deze vrijstelling alleen als ze minstens drie jaar ononderbroken hebben samengewoond.
  • Er is onder dezelfde voorwaarden ook een vrijstelling van successierechten op de eerste schijf van 50.000 euro aan roerend vermogen. 

Vermindering voor kinderen jonger dan 21 jaar
Er is een belastingvermindering van 75 euro voor elk volledig jaar dat nog moet verlopen tot de leeftijd van 21 jaar bereikt wordt. 
Ook de door de overlevende echtgenoot of samenwonende verschuldigde rechten worden verminderd, namelijk met de helft van de verminderingen die de gemeenschappelijke kinderen genieten.

Een voorbeeld maakt het duidelijk:
Een 15-jarige erft netto 25.000 euro aan roerende goederen. De successierechten, na aftrek van de vermindering voor nettoverkrijgingen die de 50.000 euro niet overstijgen, bedraagt 500 euro. De bijkomende vermindering bedraagt 375 euro (75 euro x 5 jaar).  Het kind moet dus nog 125 euro aan successierechten betalen. De overlevende ouder zal, als de 15-jarige een gemeenschappelijk kind met de erflater is, genieten van een vermindering van 187,5 euro (375 euro / 2).