Theorieën over rouw
Er zijn in de loop van de geschiedenis verschillende theorieën beschreven over rouw en rouwverwerking.
1. Het fasemodel van Kübler-Ross
Elisabeth Kübler-Ross onderscheidde in het rouwproces 5 fasen. Ze beschouwde rouw echter niet als een lineair proces, dat iedereen stap voor stap doorloopt. Bij iedereen verloopt het rouwproces anders. Sommige mensen slaan fasen over. Anderen blijven lang in één fase hangen of hernemen een eerdere fase. Ook verlieservaringen uit het verleden bepalen mee hoe iemand vandaag omgaat met rouw.
Mensen in rouw hebben nood aan een veilige plek om hun gevoelens te kunnen uiten. Het is daarbij belangrijk dat ze niet alleen worden gelaten. Ook respect voor het unieke proces van iedere persoon is nodig. Iemand kan niet op bevel een bepaalde fase doorleven of afsluiten. Bewustzijn van het proces helpt wel om te (h)erkennen wat er gebeurt en om geduld te hebben.
Hoewel de focus van Elisabeth Kübler-Ross op stervensbegeleiding lag, zijn de 5 fasen herkenbaar in elke emotionele reactie op persoonlijke trauma en verandering.
Ontkenning: “Dit gebeurt niet bij mij.”
Ontkenning is een bewuste of onbewuste weigering om de realiteit onder ogen te zien. Het is een natuurlijke vorm van zelfbescherming. Het helpt om zelf te bepalen in welk tempo het verdriet wordt toegelaten. We laten niet meer binnen dan we aankunnen. Sommige mensen blijven echter opgesloten in deze fase.
Marchanderen: ”Ik beloof een betere persoon te worden als…”
In deze fase probeert men te onderhandelen. Men belooft het één te doen als er iets anders tegenover staat. Men denkt bijvoorbeeld “Als ik vanaf nu heel aardig ben voor iedereen, dan kan ik vast mijn kinderen nog wel zien opgroeien”. Veelal is de hoop (op herstel) een grote drijfveer.
Woede: “Waarom met mij?”
Als de waarheid tot iemand is doorgedrongen ontstaat er vaak boosheid. In deze periode is de rouwende meestal moeilijk te benaderen. Onder de woede ligt de pijn.
Verdriet en depressie: ”Ik geef het op.”
Wanneer men de realiteit begint te accepteren komen gevoelens van verdriet, spijt, angst en onzekerheid naar boven. Vaak dienen ook verliezen uit het verleden zich weer aan. De rouwende is bijna niet meer te bereiken. Men kan behoefte hebben aan het steeds weer uiten van het verdriet. Op de bodem van het verdriet ligt vaak woede. Onderdrukte woede is vaak de oorzaak van een depressie.
Aanvaarding: “Ik ga verder met mijn leven.”
Als iemand voldoende tijd en vaak ook enige hulp heeft gehad om door de genoemde fasen te gaan begint men de realiteit te accepteren. Er komt berusting en men kan onthechten, loslaten. Loslaten is niet hetzelfde als vergeten. Het is het verlies een plaats geven in het leven en verder gaan.
2. Het vier takenmodel van William Worden
William Worden heeft een theorie ontwikkeld van actieve taken voor degene die rouwt. Hij sprak niet langer van fases maar van rouwtaken waarbij de rouwende wordt aangesproken als iemand die actief deelneemt aan het rouwproces en zelf een antwoord moet formuleren op het verlies.
Taak 1: acceptatie van de realiteit of het verlies
Het echt geloven en aanvaarden dat de dierbare dood is, dat de wereld nooit meer hetzelfde zal zijn.
Taak 2: het ervaren en doorwerken van de pijn van het verlies
Niet de pijn ontkennen of vermijden maar zoveel mogelijk doorleven, door ze te uiten.
Taak 3: zich aanpassen aan een omgeving die voor altijd veranderd is
Het dagelijks leven reorganiseren zonder de overledene.
Taak 4: het verlies emotioneel een plaats geven en verder gaan met het leven
Aan het einde van het rouwproces wordt men niet meer belemmerd door gevoelens, gedachten en herinneringen aan het verlies. De draad van het leven wordt weer opgepakt en nieuwe relaties kunnen worden aangegaan.
3. Rouw als een duaal proces
Als je rouwen ziet als het doorlopen van fases dan wek je de verwachting dat na het doorlopen van alle fases of afwerken van alle taken, de rouw over is. De nieuwere visie van een duaal proces spreekt van een verlieskant en een herstelkant. Rouw beweegt zich tussen het verdriet en het doorleven. Of anders gezegd: een rouwproces heeft twee realiteiten, de realiteit van het verlies en de realiteit van het leven dat verder gaat zonder de overledene.
4. Integratief model
Rouwen is persoonlijk en uniek.
Volgens dit model is rouwen een persoonlijk en uniek proces. Er zijn veel verschillende soorten rouwreacties. Rouw vraagt om een actieve houding. Wat die actie is, is aan de rouwende zelf. Daarnaast betekent het verlies van de rouwende een verandering in het leven waarbij er een nieuw evenwicht gevonden moet worden. Rouw raakt niet alleen de emoties van de rouwende, maar kent ook fysieke aspecten en roept grote levensvragen op.
Mythes over rouw
Er bestaan enkele hardnekkige, maar dominante visies op rouw. Alsof het rouwproces zo “hoort” te verlopen. Deze beweringen en opvattingen zijn echter sluiers die het zicht op wat rouw is, vertroebelen en het rouwproces voor heel wat rouwenden bemoeilijken. Hierdoor denken veel rouwenden dat ze niet normaal zijn omdat hun rouwproces anders verloopt.
Silver en Wortman benoemden in 2002 volgende uitspraken als rouwmythes:
- Na verlies gaan rouwenden door een periode van intense emotionele pijn.
- Voor een goede en normale rouw is het noodzakelijk zich te confronteren met het verlies en de pijnlijke gevoelens te doorwerken. Iedereen moet het verlies “verwerken” of de pijnlijke gevoelens ervaren en uiten. Als de rouwende dit niet doet en deze gevoelens ontkent of verdringt, is der gevaar voor pathologie of ziekte.
- De noodzaak van het verbreken van de binding of het “loslaten” van de overledene is het sleutelelement van elk rouwproces.
- Rouw werkt steeds toe naar een eindpunt, een punt van acceptatie of herstel van evenwicht.
Pijnlijke emoties
Niet alle rouwenden gaan door een periode van intense, verliesgerichte pijn. Dit is dus geen noodzaak om verlies te kunnen verwerken. Voor wie het huwelijk een chronische stressbron is geweest bijvoorbeeld, kan juist het reorganiseren van het leven als alleenstaande, zonder de partner van wie ze jarenlang afhankelijk zijn geweest, dé grote bron van pijn en uitdaging zijn.
Onderzoek van Bonanno (2004, 2006) bij weduwen laat zien dat een groot percentage rouwenden vanaf het begin veerkracht ervaart en zich goed aanpast (er is geen sprake van uitgestelde rouw); anderen zitten vast in chronische rouw of depressie en een derde groep vertoont een duidelijke verbetering in stemming en functioneren na het overlijden van de partner (vooral zij die hadden moeten zorgen voor een chronisch zieke partner).
In de oude visie is het ervaren van positieve emoties een teken van weerstand en verdringing en dus uitstel van de pijn. Uit onderzoek blijkt dat heel wat rouwenden positieve gevoelens ervaren als bv. dankbaarheid, opluchting, liefde, warmte of bevrijding. Het toelaten en uiten van deze gevoelens werkt eerder positief in op het rouwproces.
Het standaardmodel gaat uit van een universeel verlopend rouwproces dat gradueel afzwakt van een hoge mate van pijn naar een lager niveau van pijn. Het blijkt echter voor een heel aantal rouwenden anders te verlopen: voor de één begint een hoge pijnintensiteit pas na maanden op te treden, voor de andere schommelt de intensiteit of is de sterke pijn zich op bepaalde momenten aanwezig, anderen blijven een hoge mate van pijn ervaren gedurende lange tijd.
Opstoten van pijn gedurende het hele verdere leven zijn normaal en komen veel voor. Pijn kent ook verschillende vormen, bv. ongeloof, depressie, chronisch verlangen naar de overledene, angstgevoelens, verlies van identiteit, het leven niet kunnen reorganiseren, enz.
Rouwarbeid
Is het zo verkeerd om gevoelens van pijn te vermijden (ontkenning) of uit de weg te gaan (verdringing)? “Je krijgt later je klop nog wel”, is een uitspraak die daar dan bijhoort.
Het blijkt dat confrontatie met verlies niet altijd betere resultaten geeft dan vermijden. Soms kan het vermijden nodig zijn om niet overweldigd te worden door het verlies. Vermijding hoeft absoluut niet te leiden tot uitgestelde rouw. Het klopt dus niet dat voor iedereen geldt dat een betekenisvol verlies doorgewerkt moet worden en er herhaaldelijk moet over verteld worden. Cognitieve strategieën kunnen even helpend zijn dan proberen het verdriet naar boven te brengen.
Loslaten
De noodzaak van het verbreken van de verbinding of het loslaten van de relatie is volgens een andere rouwmythe hét sleutelelement in het rouwproces. Een binding die blijft bestaan met de overledene zou pathologisch zijn. Het tegendeel blijkt eerder waar: het belang van het laten voortbestaan van symbolische banden met de overleden dierbare als bron van ondersteuning vindt meer en meer ingang. Tal van onderzoeken duiden op een continue band met de overledene, eerder dan dat die band wordt doorgeknipt. Het biedt troost, comfort en steun en vergemakkelijkt de overgang van verleden naar toekomst.