Ouderlijk gezag
Als een ouder overlijdt wordt vanaf dat moment het ouderlijk gezag alleen uitgeoefend door de andere ouder. Dat wil zeggen dat deze ouder alleen het recht van bewaring over het kind (verblijf) op zich neemt. Hij of zij beheert ook het vermogen en de bezittingen van het kind tot aan de meerderjarigheid. Hiervan kan je niet afwijken, ook niet via testament.
Pas als beide ouders overleden zijn, zal de vrederechter een voogd aanstellen. Het is mogelijk om bij testament een voogd te kiezen, maar de vrederechter moet zich daar niet aan houden. Hij zal beslissen in het belang van het kind en kan daarvoor familieleden of andere opvoeders raadplegen. Vanaf 12 jaar wordt het kind zelf ook gehoord.
Erfenis
Een minderjarig kind erft van zijn overleden ouder. Een minderjarig kind is wilsonbekwaam. Zijn erfenis zal daarom beheerd worden door de overblijvende ouder.
Het klopt niet meer dat een erfenis enkel kan aanvaard worden onder voorrecht van boedelbeschrijving. Een minderjarige kan net als een meerderjarige erfgenaam ook zuiver aanvaarden of verwerpen.
Om de minderjarige te beschermen voor een erfenis met grote schulden, is een machtiging van de vrederechter nodig. Hiervoor moet je een verzoekschrift indienen bij de vrederechter van de woonplaats van de minderjarige. In dat verzoekschrift staat een opsomming van de erfgenamen en de omvang en samenstelling van de nalatenschap.
Een zuivere aanvaarding of een verwerping is in vele gevallen een stuk eenvoudiger en goedkoper, dan de procedure via boedelbeschrijving. Uiteraard, bij de minste twijfel over de omvang of de samenstelling van de nalatenschap, is een boedelbeschrijving steeds aangewezen om elk risico voor de minderjarige erfgenaam uit te sluiten.