De tijd dat jonge weduwen en weduwnaars een zwijgzame groep was, ligt gelukkig enkele jaren achter ons. Sinds we op initiatief van Odos vzw voor het eerst samenkwamen in december 2017 is er veel gebeurd. Deze en volgende bijeenkomsten leidden tot ons eerste memorandum in de aanloop van de verkiezingen van 2019. In dit memorandum bundelden we tien beleidsvoorstellen, zaken die volgens ons beter konden.
Intussen zijn we vijf jaar verder en loopt deze legislatuur ten einde. Politici maken zich op voor nieuwe verkiezingen op 9 juni.
Afgelopen regeerperiode zijn er een aantal aanpassingen gebeurd aan het statuut van jonge weduwen en weduwnaars. Zo werd het rouwverlof uitgebreid van 3 naar 10 dagen, werd de overgangsuitkering verlengd, verhoogden de cumulbedragen van wat je mag verdienen naast het overlevingspensioen en werd de wezentoeslag in het groeipakket weer verhoogd.
Wat we misschien wel als onze belangrijkste verwezenlijking kunnen beschouwen, is dat we nu niet meer het gevoel hebben dat we totaal genegeerd worden en een groep zijn waarop gemakkelijk kan bespaard worden. Zo mochten we deelnemen aan de hoorzittingen over het rouwverlof en de evaluatie van het groeipakket en mogen we regelmatig schriftelijk advies geven over nieuwe wetsvoorstellen. We hopen met de nieuwe parlementsleden in de verschillende parlementen op dezelfde voet verder te kunnen werken.
Ondanks de veranderingen is er nog steeds veel werk te doen. In heel veel domeinen zijn er nog verbeteringen mogelijk. In ons nieuwe memorandum lees je onze voorstellen met betrekking tot het overlevingspensioen en de overgangsuitkering, de fiscaliteit, werk, het groeipakket en de erfbelasting.
We komen niet alleen in contact met de overheid. Bij een overlijden zijn ook nog heel wat andere diensten betrokken. Ook daar loopt het niet altijd helemaal zoals het zou kunnen. Denk aan de banken, de vrederechters en de verzekeringsmaatschappijen. Tot slot zien we mogelijkheden om de begeleiding van rouwende partners en kinderen anders aan te pakken.
Dit memorandum kwam tot stand met veel mensen geconfronteerd met jong partnerverlies, ruim overleg, bijeenkomsten en feedbackrondes. De geformuleerde voorstellen zijn dan ook gedragen door een grote groep betrokkenen.
