Stel dat je relatie scheef loopt en dat jij en je partner beslissen om ieder zijn eigen weg te gaan.
Of je nu getrouwd bent of feitelijk dan wel wettelijk samenwoont, het is aan te raden om samen een akkoord op te stellen, waarin je afspraken omtrent de scheiding vastlegt.
Zo’n schriftelijk document helpt om de situatie te “rationaliseren” en te structureren. Wie doet wat? Wie krijgt wat? Wat met de zorg en de verblijfplaats voor de kinderen? Volgens welke regeling? Door concrete afspraken te maken vermijd je misverstanden, zeker als er meningsverschillen ontstaan en de emotie de bovenhand krijgt.
Als je getrouwd bent maar wilt scheiden met onderlinge toestemming, moet je het eerst en vooral eens geraken over alle regelingen en allebei een akkoord tekenen. Dat akkoord wordt vervolgens nagekeken door de rechter. Zo’n overeenkomst voorafgaand aan de echtscheiding door onderlinge toestemming bestaat uit twee delen. Het eerste is de familierechtelijke overeenkomst. Het tweede deel wordt de vermogensrechtelijke overeenkomst of regelingsakte genoemd, omdat ze niet noodzakelijk in een gelijke verdeling voorziet.
Deze overeenkomst moet door beide echtgenoten worden ondertekend en mag worden opgesteld in de vorm van een onderhandse akte. Enkel als ze bepalingen over onroerende goederen bevat, moet je langs de notaris. Eens de overeenkomst door de rechter is bekrachtigd, is ze bindend voor alle partijen.
De familierechtelijke overeenkomst
In de familierechtelijke overeenkomst moeten de echtgenoten een regeling treffen omtrent vier zaken: de verblijfplaats van elk van de echtgenoten tijdens de procedure, de uitoefening van het ouderlijk gezag en het omgangsrecht, de onderhoudsbijdrage voor de kinderen en de eventuele onderhoudsbijdrage tussen de echtgenoten onderling.
1. Verblijfplaats
De echtgenoten moeten schriftelijk vastleggen waar ze beiden tijdens het verloop van de echtscheidingsprocedure zullen wonen. Dit is in de meeste gevallen een afzonderlijke verblijfplaats. Mogelijk blijft één van de echtgenoten in de gezinswoning of blijven de kinderen in de gezinswoning en verhuizen de ouders telkens.
2. De kinderen
Je moet overeenkomen wie het ouderlijke gezag over de minderjarige kinderen zal uitoefenen. Meestal wordt het ouderlijk gezag gezamenlijk uitgeoefend.
Ook het verblijf van de kinderen moet worden geregeld. Hierbij hebben de echtgenoten een grote vrijheid om regelingen uit te werken. Die kunnen bijvoorbeeld gaan van een week-weekregeling tot een klassiek weekendverblijf of allerhande tussenoplossingen. Het is belangrijk om deze regeling tot in de details uit te werken (aanvangsuren, wie brengt, wie haalt, speciale dagen, vakantieperiodes,…).
3. Alimentatie voor de kinderen
Er moet een regeling opgenomen worden over de manier waarop elk van de echtgenoten zal bijdragen in de kosten van onderhoud, opvoeding en opleiding van de kinderen. Strikt gezien moet er enkel een regeling voorzien worden voor de minderjarige kinderen, maar toch is het aan te raden ook iets te voorzien voor de meerderjarige kinderen zolang ze nog studeren.
Alimentatie kan variërend worden voorzien, bijvoorbeeld een verhoging op bepaalde leeftijden.
4. Alimentatie tussen echtgenoten
Ten slotte moet in de familierechtelijke overeenkomst een clausule worden opgenomen betreffende een eventuele onderhoudsuitkering van de ene aan de andere partner. Echtgenoten die akkoord gaan dat er geen persoonlijke bijdrage moet betaald worden, kunnen dat zo opnemen in hun akkoord.
De vermogensrechtelijke overeenkomst
Dit is een akkoord over de vereffening-verdeling van het gemeenschappelijke vermogen en van de onverdeeldheden.
Hoe de partners de goederen die hun gemeenschappelijk toekomen verdelen, staat hen volledig vrij.
Denk ook aan de wettelijke erfrechtelijke aanspraken van de langstlevende echtgenoot. In de praktijk wordt meestal afstand gedaan van het wettelijke erfrecht, maar dat is niet verplicht.
Wat staat er zoal in de overeenkomst?
– Regeling in verband met persoonlijke voorwerpen.
– Regeling over meubelen en lichamelijk roerende voorwerpen.
– Wagen
– Gelden, effecten, aandelen en andere tegoeden waarvan de echtgenoten eigenaar zijn. Ook levensverzekeringen, groepsverzekeringen, pensioenspaarrekeningen en dergelijke niet vergeten.
– Onroerende goederen.
– Schulden en leningen.
– Belastingen die nog moeten betaald of gekregen worden.
Kan een EOT gewijzigd worden?
Jullie hebben samen een EOT gemaakt tijdens de echtscheidingsprocedure. Jullie hebben toen met de beste bedoelingen dingen op papier gezet in verband met de verblijfsregeling, vakanties, de kosten van de kinderen,…
Maar nu, enige tijd later, blijken die afspraken toch niet te werken zoals je verwacht had. Mogelijk worden de afspraken niet of onvoldoende nageleefd. De kinderen worden bijvoorbeeld te laat opgehaald of terug gebracht of er wordt te vaak geschoven in de vakantieperiodes waardoor plannen onmogelijk wordt.
Ook kan de persoonlijke situatie van (een van) de ex-partners veranderd zijn. Men ontmoet een nieuwe partner, men verhuist verder weg zodat dagelijks vervoer van en naar school niet meer mogelijk is, men verandert van job.
Daarnaast is natuurlijk het gevoel van de kinderen van groot belang. Misschien werkt deze verblijfsregeling gewoon niet voor hen, zijn er te veel of net te weinig wissels, krijgen ze nieuwe hobby’s of willen ze hun vrije tijd anders invullen.
Kan de gemaakte overeenkomst nog gewijzigd worden of hang je eraan vast?
In tegenstelling tot de afspraken over de vereffening en verdeling, is het antwoord: ja, dat kan zeker!
Als jullie samen, in onderling overleg, de overeenkomst willen wijzigen dan kan dat. Er is geen wettelijke verplichting om die nieuwe afspraken op papier te zetten. Echter, op die manier wordt het moeilijk als er later discussies zijn. Het is dus sterk aan te raden om ze wel op papier te zetten en om ze vervolgens door de familierechtbank te laten bekrachtigen. Op die manier zijn ze afdwingbaar. Samen met de verblijfsregeling kan ook de kostenregeling herbekeken worden. En hieraan hangen dan weer fiscale gevolgen vast. Regel het dus niet eventjes snel aan de voordeur tijdens een wissel, maar neem je tijd en win voldoende informatie in. Tijdens een ouderschapsbemiddeling kunnen al deze aspecten rustig besproken worden.
Vaak is er echter maar één ouder die de regeling wil aanpassen. Ook dan kan bemiddeling een oplossing bieden. Als overleg niet mogelijk is, kan een ouder bij de familierechtbank eenzijdig een vraag tot wijziging indienen. Hij of zij moet aantonen dat er sprake is van gewijzigde omstandigheden die niet voorzien konden worden bij de totstandkoming van de overeenkomst. De rechter zal dan een beslissing nemen in het belang van het kind.