Checklist: wat te regelen na een overlijden

Onmiddellijk na een overlijden kom je onvermijdelijk in een mallemolen terecht van zaken die moeten geregeld worden. Onderstaande checklist kan je helpen een overzicht te krijgen.

 

Arts

Snel na een overlijden moet dat vastgesteld worden door een arts. De dokter zal een medisch attest maken. Daarop staan de datum en het uur van overlijden en ook de doodsoorzaak. 

Als de doodsoorzaak niet meteen duidelijk is, kan er een politioneel onderzoek of een autopsie volgen.

 

De begrafenisondernemer

De begrafenisondernemer is die eerste dagen je belangrijkste aanspreekpunt. Hij haalt het lichaam op en zal het verzorgen zodat er afscheid van kan worden genomen. Hij zal je begeleiden bij alle keuzes rond het afscheid: begrafenis of crematie, welke kist of urne, kerkelijke dienst, viering in een crematorium, wel of geen koffietafel,… Hij zal ook de afspraken maken met begraafplaatsen, crematoria, chauffeurs en begeleiders. Hij zal zorgen voor rouwbrieven, rouwkaarten en een bericht in de krant. Natuurlijk allemaal in samenspraak met jou. 

 

Aangifte van overlijden

Vaak wordt deze aangifte gedaan door de begrafenisondernemer. Je kan er ook voor kiezen om het zelf te doen. 

De aangifte moet gebeuren bij de gemeente (dienst burgerlijke stand) waar de persoon is overleden. De ambtenaar maakt de officiële overlijdensakte op. Deze akte heb je nodig als je de verschillende organisaties op de hoogte brengt. 

Voor de aangifte neem je de volgende documenten mee: identiteitskaart van de overledene en van jezelf, rijbewijs van de overledene, trouwboekje en het attest dat de dokter heeft geschreven. Eventueel ook een laatste wilsbeschikking, een proces-verbaal van de politie, de toelating van het parket om te mogen begraven of cremeren.

Tip: de identiteitskaart en het rijbewijs krijg je niet meer terug. Wil je hier een herinnering aan, maak dan vooraf een kopie of foto. 

 

Wie op de hoogte brengen?

1. De werkgever van de overledene

De werkgever heeft een uittreksel van de overlijdensakte nodig. Hij zal ervoor zorgen dat alle verschuldigde lonen, vergoedingen en premies uitbetaald worden.
Als de overledene bediende was, dan zal de werkgever het vakantiegeld rechtstreeks aan de erfgenamen uitbetalen. Was de overledene arbeider, dan moet je de uitkering van het vakantiegeld aanvragen bij het vakantiefonds waarbij de overledene aangesloten was.
Ambtenaren en gepensioneerde ambtenaren hebben recht op een begrafenisvergoeding van de overheid waar ze tewerkgesteld waren. Die vergoeding vraag je aan bij het tewerkstellende bestuur of bij de pensioendienst.

2. De dienst pensioenen

Mogelijk heb je recht op een overlevingspensioen of een overgangsuitkering.

3. De boekhouder

Als de overledene een zelfstandige activiteit uitoefende, vraag dan aan zijn of haar boekhouder om op zakelijk vlak de nodige stappen te zetten (schrapping van de inschrijving in het handelsregister, aangifte van stopzetting van de werkzaamheden bij de btw-administratie, contracten met de belangrijkste schuldeisers en klanten,…).

4. De notaris of de testamentuitvoerder

Een nalatenschap moet niet in alle gevallen afgehandeld worden door een notaris. Het kan echter nuttig zijn dat er bewarende maatregelen getroffen worden met het oog op het beschermen van de nalatenschap (bv. Het verzegelen van de woonst of het inventariseren van de roerende en onroerende goederen). De notaris is daarvoor de aangewezen persoon. Hij zal ook nagaan of er een testament geregistreerd werd.

Een notaris is sowieso nodig als er een huwelijkscontract is of bij minderjarige erfgenamen.

De overledene kan ook een andere persoon als uitvoerder van zijn of haar testament aangeduid hebben.

5. Het ziekenfonds van de overledene

Wacht niet te lang om het ziekenfonds te verwittigen, zeker niet als de overleden een ziekte- of invaliditeitsuitkering kreeg. Het ziekenfonds zal nagaan of je recht op een verhoogde tegemoetkoming voor gezondheidszorgen.
De geneeskundige kosten van vóór het overlijden kunnen nog terugbetaald worden. Je kan de getuigschriften binnenbrengen tot twee jaar na de datum die erop vermeld staat.

6. De banken

Je moet de banken en financiële instellingen zelf verwittigen. Vanaf het ogenblik dat de bank op de hoogte is, blokkeert ze alle tegoeden op de zicht- en spaarrekeningen, ook op de rekeningen van de overlevende echtgenoot en dit ongeacht het huwelijksstelsel. Spaarrekeningen van de kinderen worden niet geblokkeerd. Pas wanneer de bank in het bezit is van een officieel document (een akte van bekendmaking of een erfrechtenverklaring) waaruit blijkt wie de erfgenamen zijn, worden de rekeningen gedeblokkeerd en vrijgegeven en wordt de inhoud van een eventuele kluis verdeeld.
De langstlevende partner (gehuwd of wettelijk samenwonend) kan tot de helft van het bedrag dat op alle rekeningen staat, tot een plafond van 5.000 euro, als voorschot uitgekeerd krijgen om dringende uitgaven te doen, zonder dat een attest of akte van erfopvolging moet worden voorgelegd.

7. De verzekeringsmaatschappijen

Je kan je wenden tot de makelaar of rechtstreeks tot de maatschappij. Zolang het verzekerde risico blijft bestaan, zullen de maatschappijen de dekking laten doorlopen. Is het risico door het overlijden weggevallen, dan schorsen ze de polis. Het gedeelte van de betaalde premies dat nog niet opgebruikt is, zal later toegevoegd worden aan de nalatenschap.
Als het gaat over een verzekering in verband met het overlijden zelf (levensverzekering, schuldsaldoverzekering,…), dan zal de maatschappij de procedure starten om zo de begunstigden te kunnen vergoeden. Daarvoor hebben ze in elk geval een uittreksel uit de overlijdensakte nodig.

8. De huiseigenaar

De Wet bepaalt dat het huurcontract niet beëindigd wordt door het overlijden van de huurder of de verhuurder. Het overlijden van één van beiden is dus geen reden van opzegging. De erfgenamen kunnen de overeenkomst enkel beëindigen door de gewone opzeggingsprocedures te volgen.

9. Nutsvoorzieningen en abonnementen

Ga na wie de leveranciers zijn van water, gas, elektriciteit, telefoon, televisie, internet,… en breng de betrokken maatschappijen op de hoogte van het overlijden. Je kan eventueel de contracten laten aanpassen zodat ze op je eigen naam komen te staan.
Denk ook aan abonnementen op kranten, boeken, bepaalde diensten,…

10. De dienst Wegverkeer

Had de overledene een auto? Laat dan de dienst Wegverkeer weten wat er met dat voertuig zal gebeuren. Misschien wordt het uit verkeer genomen, verkocht of blijft iemand van de familie ermee rijden. De nummerplaat en het inschrijvingsbewijs moeten teruggestuurd worden of het inschrijvingsbewijs moet aangepast worden.